
Maakbaar, mogelijk en goed
een kleine mindshift
Fijnslijpen met
Tekst: Hans Fuchs
Fotografie: Kick Smeets
Met Impulsprogramma Gewoon Goed sleutelt de gemeente Amsterdam aan de haalbaarheid en betaalbaarheid van gebiedsontwikkelingen. De Handreiking bij het Impulsprogramma zet in op focus, flexibiliteit, optimaliseren van de dichtheid – en een terugkeer naar ‘rekenen en tekenen’. Senior projectmanager Frank Karssing en senior stedenbouwkundige Jochem Homminga lichten toe wat dat inhoudt voor het Schinkelkwartier.
Neem nou die twee geplande verkeersbruggen over de toekomstige Westlandgracht in het Schinkelkwartier. De gemeente transformeert het ruim honderd hectare tellende Schinkelkwartier momenteel van een wat geïsoleerd gelegen werkgebied in een gemengde stadswijk - inclusief, levendig en groen. Die levendigheid realiseert de gemeente de komende vijfentwintig jaar met woonruimte voor 22.000 nieuwe stadsbewoners, werkplekken voor 45.500 mensen en 450.000 vierkante meter aan maatschappelijke en commerciële voorzieningen - scholen, sportvoorzieningen, winkels en horeca.
In dat grote geheel zijn twee verkeersbruggen details in een deelplan. Toch waren de bruggen binnen het gemeentelijk projectteam onderwerp van gesprek, vertelt Jochem Homminga. Hij is binnen het Schinkelkwartier als senior stedenbouwkundige betrokken bij Schinkelhaven en Plantijn, twee van de zes deelgebieden in de toekomstige stadswijk: “In de eerste plannen voor Schinkelhaven is de haven doorgetrokken naar de Westlandgracht. Deze ingreep levert meer water en een waardevolle ecologische structuur op. Daarnaast ontstaat een recreatieve vaarroute.” Dat doortrekken van het water is een kostbare operatie, maar relevant vanwege de ecologie en de recreatie in het gebied, aldus Homminga. Minpunt van de nieuwe doorvaart; het vergt de aanleg van twee grote verkeersbruggen, met in het kielzog een nieuwe weg. Dat leverde Schinkelhaven een paar complexe kruisingen op, dicht op elkaar. Niet bepaald optimaal, stelde een bewoonster die het voorlopige plan tijdens een participatiebijeenkomst inzag. Homminga: “Zij vroeg of de weg tussen die bruggen niet beter van de oost- naar de westoever kon worden verlegd, zodat het rustige karakter aan de oostzijde van de doorvaart behouden zou blijven. Een groot bijkomend voordeel was dat het autoverkeer niet over twee maar enkel nog over één verkeersbrug kon worden geleid.” De opmerking van de bewoonster ging mee in een ronde ‘rekenen en tekenen’ aan het deelplan en werd nieuwe realiteit in het herziene schetsontwerp voor Schinkelhaven. Homminga: “De aanpassing maakt de kruisingen minder ingewikkeld. Maar de grote winst is dat de tweede verkeersbrug vervalt. Dat is in Schinkelhaven straks een kleinere, minder kostbare en eenvoudiger te realiseren fietsbrug.”

Schinkelhaven wordt een groenblauwe schakel tussen Amsterdam en Nieuwe Meer en een binnenstedelijke stadswijk voor wonen, creativiteit, bewegen en uitgaan.

Optimale dichtheid
De Handreiking Gewoon Goed roept ontwerpers als laatste op om bij gebiedsontwikkeling de dichtheden te optimaliseren. Daarbij gaat het niet om de hoogst haalbare verdichting, aldus Frank Karssing: “Hogere dichtheden zorgen voor efficiënter grondgebruik, meer woningen en extra opbrengsten. Maar ze leggen ook druk op de openbare ruimte; meer ondergrondse afvalcontainers, meer parkeren, meer fietsen. Dat gaat vaak ten koste van groen. Dan kom je op een hellend vlak; hoe kan je je groen en je sportvoorzieningen nog kwijt? Daar draait het om de balans: wanneer is het goed?”
Jochem Homminga: “Transformatie is per definitie zoeken naar flexibiliteit en zo goed mogelijk verdichten. Ontwikkelaars willen meer BVO bouwen. Soms kan dat ook best, op een bepaalde plek. Als zij een goede oplossing aanreiken die uitgaat boven de maximale bouwhoogte maar wel kwaliteit toevoegt, is die optie het overwegen waard.” Op de bouwkosten van verdichting kun je sturen, aldus Homminga: “Bijvoorbeeld door in het stedenbouwkundige plan kostenverhogende elementen te vermijden zoals schuine straten, te kleine bouwvelden of grillige bouwvormen die resulteren in complexe en daarmee kostbare gebouwen.”
Gewoon Goed zorgt dat veel meer gekeken wordt naar alle aspecten van de opgave, aldus Karssing: “Er wordt beter, meer open gereflecteerd. Je bent je bewuster van de consequenties van beslissingen en van de ruimte voor aanpassingen.” Jochem Homminga noemt Gewoon Goed ‘een mindset’: “Het gaat om de bereidheid om meer samen met de markt te doen. Gewoon Goed is geen harde lijst, geen protocol, niet radicaal. Het gaat om een kleine mindshift die voert naar plannen en gebouwen die maakbaar, mogelijk en goed zijn.”

'Rekenen en tekenen' maakt de kruisingen in Schinkelhaven minder ingewikkeld en zorgt dat een tweede verkeersbrug vervangen wordt door een fietsbrug.
Het transformeren van een geïsoleerd werkgebied tot een inclusieve, levendige en groene stadswijk die goed verbonden is met de omgeving, dat is de gemeentelijke ambitie voor het Schinkelkwartier.
11.000 nieuwe woningen, een sprong van 700.000 naar een miljoen vierkante meter aan kantoor- en bedrijfsruimte, een verbinding tussen Nieuw-West en Oud-Zuid en een parkachtige route tussen Vondelpark en Nieuwe Meer. Dat zijn enkele van de gemeentelijk ambities voor het Schinkelkwartier.

“Gewoon Goed draait om het opstellen van scenario's, prioriteren en het maken van gewogen keuzes.”

“Gewoon Goed is een kleine mindshift die voert naar plannen en gebouwen die maakbaar, mogelijk en goed zijn.”

Ruimte en flexibiliteit
Derde pijler in de Handreiking: zorg voor ruimte en flexibiliteit. Volgens Jochem Homminga mag je dat letterlijk nemen: “Als op een kavel een toren moet verrijzen, kun je die vastpinnen op één van de hoeken. Of je staat de ontwikkelaar toe de toren vrij te plaatsen – vooropgesteld dat daarmee het gemeentelijk programma ook goed te realiseren is. Je geeft zo de flexibiliteit uit handen aan de ontwikkelaar en creëert speelruimte. De ontwikkelaar heeft meer vrijheid omdat hij werkt vanuit doelen, niet vanuit een blauwdruk.”
Homminga en Karssing refereren aan het eigenaarschap in deelplan Plantijn: “In het Schinkelkwartier is veel grond in erfpacht uitgegeven, in Plantijn al helemaal. De vraag is dan hoe je daar je gebiedsontwikkeling op gang brengt. In Gewoon Goed krijgt de erfpachter meer ruimte om een eigen plan te ontwikkelen - door samen op te trekken met de buren en de gemeente bij het maken van zo’n plan. Dat doen we met ontwerpsessies en gesprekken over hoe we met die vrijheid en flexibiliteit het programma voor een kavel goed kunnen realiseren.”
Fijnslijpen en focus
Het ‘rekenen en tekenen’ waarmee dat fijnslijpen aan de bruggen in Schinkelhaven plaatsvond is een van de vier pijlers van gebiedsontwikkeling binnen Impulsprogramma Gewoon Goed. Het impulsprogramma werd februari vorig jaar geïntroduceerd en is bedoeld om woningbouwprojecten in Amsterdam haalbaar én goed maken te maken. Jochem Homminga: “De gemeente wil de komende dertig jaar 150.000 woningen toevoegen aan de bestaande woningvoorraad. Omgerekend zijn dat 7.500 nieuwe woningen per jaar. Maar de afgelopen twee jaar is dat streefgetal niet gehaald.” In Impulsprogramma Gewoon Goed gaat aan het ‘rekenen en tekenen’ het aanbrengen van focus in ambities vooraf, legt Frank Karssing uit: “Het draait daarbij om het opstellen van scenario’s voor een gebied, om prioriteren en het maken van gewogen, integrale keuzes in verband met de haalbaarheid, betaalbaarheid, uitvoerbaarheid en kwaliteit.” De Handreiking Gewoon Goed roept op om het stapelen van ambities te voorkomen en terughoudend te zijn met randvoorwaarden. Het gaat erom een integraal plan te maken waarin programma, ruimtelijk ontwerp en duurzaamheidsambities in balans zijn en elkaar versterken.”
Wil je meer lezen over de ontwikkeling van Schinkelkwartier?
Lees dan de projectnota of een eerder interview in Plan Amsterdam uit 2023 met Toine van Goethem.

Maakbaar, mogelijk en goed
een kleine mindshift
Fijnslijpen met
Inhoud
Tekst: Hans Fuchs
Fotografie: Kick Smeets
Met Impulsprogramma Gewoon Goed sleutelt de gemeente Amsterdam aan de haalbaarheid en betaalbaarheid van gebiedsontwikkelingen. De Handreiking bij het Impulsprogramma zet in op focus, flexibiliteit, optimaliseren van de dichtheid – en een terugkeer naar ‘rekenen en tekenen’. Senior projectmanager Frank Karssing en senior stedenbouwkundige Jochem Homminga lichten toe wat dat inhoudt voor het Schinkelkwartier.
Neem nou die twee geplande verkeersbruggen over de toekomstige Westlandgracht in het Schinkelkwartier. De gemeente transformeert het ruim honderd hectare tellende Schinkelkwartier momenteel van een wat geïsoleerd gelegen werkgebied in een gemengde stadswijk - inclusief, levendig en groen. Die levendigheid realiseert de gemeente de komende vijfentwintig jaar met woonruimte voor 22.000 nieuwe stadsbewoners, werkplekken voor 45.500 mensen en 450.000 vierkante meter aan maatschappelijke en commerciële voorzieningen - scholen, sportvoorzieningen, winkels en horeca.
In dat grote geheel zijn twee verkeersbruggen details in een deelplan. Toch waren de bruggen binnen het gemeentelijk projectteam onderwerp van gesprek, vertelt Jochem Homminga. Hij is binnen het Schinkelkwartier als senior stedenbouwkundige betrokken bij Schinkelhaven en Plantijn, twee van de zes deelgebieden in de toekomstige stadswijk: “In de eerste plannen voor Schinkelhaven is de haven doorgetrokken naar de Westlandgracht. Deze ingreep levert meer water en een waardevolle ecologische structuur op. Daarnaast ontstaat een recreatieve vaarroute.” Dat doortrekken van het water is een kostbare operatie, maar relevant vanwege de ecologie en de recreatie in het gebied, aldus Homminga. Minpunt van de nieuwe doorvaart; het vergt de aanleg van twee grote verkeersbruggen, met in het kielzog een nieuwe weg. Dat leverde Schinkelhaven een paar complexe kruisingen op, dicht op elkaar. Niet bepaald optimaal, stelde een bewoonster die het voorlopige plan tijdens een participatiebijeenkomst inzag. Homminga: “Zij vroeg of de weg tussen die bruggen niet beter van de oost- naar de westoever kon worden verlegd, zodat het rustige karakter aan de oostzijde van de doorvaart behouden zou blijven. Een groot bijkomend voordeel was dat het autoverkeer niet over twee maar enkel nog over één verkeersbrug kon worden geleid.” De opmerking van de bewoonster ging mee in een ronde ‘rekenen en tekenen’ aan het deelplan en werd nieuwe realiteit in het herziene schetsontwerp voor Schinkelhaven. Homminga: “De aanpassing maakt de kruisingen minder ingewikkeld. Maar de grote winst is dat de tweede verkeersbrug vervalt. Dat is in Schinkelhaven straks een kleinere, minder kostbare en eenvoudiger te realiseren fietsbrug.”

Het transformeren van een geïsoleerd werkgebied tot een inclusieve, levendige en groene stadswijk die goed verbonden is met de omgeving, dat is de gemeentelijke ambitie voor het Schinkelkwartier.

Schinkelhaven wordt een groenblauwe schakel tussen Amsterdam en Nieuwe Meer en een binnenstedelijke stadswijk voor wonen, creativiteit, bewegen en uitgaan.


'Rekenen en tekenen' maakt de kruisingen in Schinkelhaven minder ingewikkeld en zorgt dat een tweede verkeersbrug vervangen wordt door een fietsbrug.
Optimale dichtheid
De Handreiking Gewoon Goed roept ontwerpers als laatste op om bij gebiedsontwikkeling de dichtheden te optimaliseren. Daarbij gaat het niet om de hoogst haalbare verdichting, aldus Frank Karssing: “Hogere dichtheden zorgen voor efficiënter grondgebruik, meer woningen en extra opbrengsten. Maar ze leggen ook druk op de openbare ruimte; meer ondergrondse afvalcontainers, meer parkeren, meer fietsen. Dat gaat vaak ten koste van groen. Dan kom je op een hellend vlak; hoe kan je je groen en je sportvoorzieningen nog kwijt? Daar draait het om de balans: wanneer is het goed?”
Jochem Homminga: “Transformatie is per definitie zoeken naar flexibiliteit en zo goed mogelijk verdichten. Ontwikkelaars willen meer BVO bouwen. Soms kan dat ook best, op een bepaalde plek. Als zij een goede oplossing aanreiken die uitgaat boven de maximale bouwhoogte maar wel kwaliteit toevoegt, is die optie het overwegen waard.” Op de bouwkosten van verdichting kun je sturen, aldus Homminga: “Bijvoorbeeld door in het stedenbouwkundige plan kostenverhogende elementen te vermijden zoals schuine straten, te kleine bouwvelden of grillige bouwvormen die resulteren in complexe en daarmee kostbare gebouwen.”
Gewoon Goed zorgt dat veel meer gekeken wordt naar alle aspecten van de opgave, aldus Karssing: “Er wordt beter, meer open gereflecteerd. Je bent je bewuster van de consequenties van beslissingen en van de ruimte voor aanpassingen.” Jochem Homminga noemt Gewoon Goed ‘een mindset’: “Het gaat om de bereidheid om meer samen met de markt te doen. Gewoon Goed is geen harde lijst, geen protocol, niet radicaal. Het gaat om een kleine mindshift die voert naar plannen en gebouwen die maakbaar, mogelijk en goed zijn.”
11.000 nieuwe woningen, een sprong van 700.000 naar een miljoen vierkante meter aan kantoor- en bedrijfsruimte, een verbinding tussen Nieuw-West en Oud-Zuid en een parkachtige route tussen Vondelpark en Nieuwe Meer. Dat zijn enkele van de gemeentelijk ambities voor het Schinkelkwartier.

Ruimte en flexibiliteit
Derde pijler in de Handreiking: zorg voor ruimte en flexibiliteit. Volgens Jochem Homminga mag je dat letterlijk nemen: “Als op een kavel een toren moet verrijzen, kun je die vastpinnen op één van de hoeken. Of je staat de ontwikkelaar toe de toren vrij te plaatsen – vooropgesteld dat daarmee het gemeentelijk programma ook goed te realiseren is. Je geeft zo de flexibiliteit uit handen aan de ontwikkelaar en creëert speelruimte. De ontwikkelaar heeft meer vrijheid omdat hij werkt vanuit doelen, niet vanuit een blauwdruk.”
Homminga en Karssing refereren aan het eigenaarschap in deelplan Plantijn: “In het Schinkelkwartier is veel grond in erfpacht uitgegeven, in Plantijn al helemaal. De vraag is dan hoe je daar je gebiedsontwikkeling op gang brengt. In Gewoon Goed krijgt de erfpachter meer ruimte om een eigen plan te ontwikkelen - door samen op te trekken met de buren en de gemeente bij het maken van zo’n plan. Dat doen we met ontwerpsessies en gesprekken over hoe we met die vrijheid en flexibiliteit het programma voor een kavel goed kunnen realiseren.”
“Gewoon Goed draait om het opstellen van scenario's, prioriteren en het maken van gewogen keuzes.”

Fijnslijpen en focus
Het ‘rekenen en tekenen’ waarmee dat fijnslijpen aan de bruggen in Schinkelhaven plaatsvond is een van de vier pijlers van gebiedsontwikkeling binnen Impulsprogramma Gewoon Goed. Het impulsprogramma werd februari vorig jaar geïntroduceerd en is bedoeld om woningbouwprojecten in Amsterdam haalbaar én goed maken te maken. Jochem Homminga: “De gemeente wil de komende dertig jaar 150.000 woningen toevoegen aan de bestaande woningvoorraad. Omgerekend zijn dat 7.500 nieuwe woningen per jaar. Maar de afgelopen twee jaar is dat streefgetal niet gehaald.” In Impulsprogramma Gewoon Goed gaat aan het ‘rekenen en tekenen’ het aanbrengen van focus in ambities vooraf, legt Frank Karssing uit: “Het draait daarbij om het opstellen van scenario’s voor een gebied, om prioriteren en het maken van gewogen, integrale keuzes in verband met de haalbaarheid, betaalbaarheid, uitvoerbaarheid en kwaliteit.” De Handreiking Gewoon Goed roept op om het stapelen van ambities te voorkomen en terughoudend te zijn met randvoorwaarden. Het gaat erom een integraal plan te maken waarin programma, ruimtelijk ontwerp en duurzaamheidsambities in balans zijn en elkaar versterken.”
“Gewoon Goed is een kleine mindshift die voert naar plannen en gebouwen die maakbaar, mogelijk en goed zijn.”

Wil je meer lezen over de ontwikkeling van Schinkelkwartier?
Lees dan de projectnota of een eerder interview in Plan Amsterdam uit 2023 met Toine van Goethem.