Interview met Ziega van den Berk

Orlyplein, veel groen, hoogbouw op de achtergrond

Tekst: Hans Fuchs
Fotografie: Edwin van Eis,
Portretfotografie: Kick Smeets

“Vertraag nou eens”, dat is de oproep van landschapsarchitecte Ziega van den Berk aan ontwerpers: “Kijk kritisch naar de ecologische en maatschappelijke gevolgen van een plan en heroverweeg je rol als ontwerper.” Dat heeft ook gevolgen voor de openbare ruimte. Die is bij Van den Berk inclusief - voor álle gebruikers.

Medeplichtig ontwerp, het niet-menselijke leven en meer-dan-menselijke stemmen, mondiale ontwrichting, vertraging, verwildering; wie landschapsarchitect Ziega van den Berk aan het woord laat hoort andere termen en begrippen dan de meeste van haar collega’s hanteren. Die woorden vloeien voort uit een kritische grondhouding. Van den Berk roept er mee op om goed te bedenken wat de consequenties van een ontwerp kunnen zijn - en of die consequenties wel gewenst of aanvaardbaar zijn. Ze muntte er het begrip ‘medeplichtig ontwerp’ voor.

Portret Ziega van der Berk tussen bloemen

Dilemma’s

“Vertraag nou eens”, is wat landschapsarchitecte Ziega van den Berk van ontwerpende collega's vraagt: "We moeten ons veel meer vooraf bezig houden met de gevolgen van een plan. We zijn allemaal opgeleid als probleemoplosser. Maar begrijpen we  wel goed wat er aan de hand is?"
Wat dat vertragen vermag, liet Van den Berk zien bij een overheidstender voor een windmolenpark op de Noordzee. Als lid van een interdisciplinair collectief van de Ambassade van de Noordzee (AvdN) schreef ze op de tender in. Van den Berk: “We wilden een ontwerp maken vanuit de vraag: wat is een rechtvaardig windpark? De overheidstender was het kanaal om in contact te komen met alle partijen die bij die vraag betrokken zijn en het tenderproces tegen het licht te houden.”
Van den Berk c.s. haalden de dilemma’s van de energietransitie naar boven: de consequenties elders in de wereld èn de gevolgen op de ontwerplocatie. Van den Berk: “Ineens stond in het licht dat een plan dat landelijk onze energietransitie vooruit helpt internationaal leidt tot milieuschade en misstanden. De grondstoffen voor de windmolens komen uit vervuilende grondstoffendelving wereldwijd. Daarbij vinden kinderarbeid en mensenrechtenschendingen plaats. Zo gezien zorgt een duurzaam windpark op de Noordzee mondiaal voor ontwrichting.”

“Van hard naar zacht: Orlyplein, het meest geslaagde groene stationsplein dat ik ken, met veel prettige verblijfsplekken, met in ieder seizoen een aantrekkelijk beeld.”

Blanco vel

En ook op de ontwerplocatie speelden vraagstukken, vertelt Ziega van den Berk: “We zien de zee als blanco vel om in te kleuren. Bij dat inkleuren zien we de intrinsieke waarde van het gebied over het hoofd: dit is een levend ecosysteem waar wij afhankelijk van zijn.”
In de tender bleven beide aspecten – mondiale effecten en gevolgen op de planlocatie – onderbelicht. Van den Berk: “De overheid stelde geen eisen aan het delven van de grondstoffen en de mensenhandel. En in de tender ging het helemaal niet om meerwaarde geven aan het gebied, alleen maar om schadebeperkende maatregelen.” Zo werken inschrijvers indirect mee aan misstanden, stelt Van den Berk – landschapsarchitecten niet uitgezonderd.

Kompas

Maar wat kan een ontwerper nog, bij al die impact van een plan, over de grenzen heen en lokaal? Van den Berk is stellig: “Achterhaal de dilemma’s, benoem ze en zorg dat ze landen op de bureaus van alle betrokkenen. Begrijp de fundamentele kwesties die met je ontwerp verknoopt zijn. Zoek in gezamenlijkheid, met veel disciplines samen – de wetenschap, ontwerp, ingenieurskunst, ecologen – naar oplossingen en grijp in de oorzaak in, in plaats van symptomen aan te pakken. Dat is de waarde van vertragen; eigen je de tijd toe om de werkelijke impact van een ontwerp te onderzoeken. Zo kunnen wij met ons vakgebied een echte bijdrage leveren aan een florerende aarde en rechtvaardige toekomst.”

Verbinden met de natuur

Hoe je als ontwerper op een ontwerplocatie waarde toevoegt, daarin verdiepte Ziega Van den Berk zich al eerder, aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst. Met haar afstudeerproject Het Doggersland ontwierp Van den Berk een windpark op zee – maar dan wel vanuit het perspectief en de belangen van het onderwaterlandschap en het zeeleven. Dat resulteerde in een windpark dat functioneert als kraamkamer en habitat voor dat onderzeese leven. Van den Berk: “Tijdens een summerschool leerde natuurfilosoof Matthijs Schouten me goed te kijken naar de relatie tussen mens en natuur en hoe die relatie zich heeft ontwikkeld. We willen verbinden met de natuur, maar ons handelen is daar niet naar. In Het Doggersland was ik nieuwsgierig hoe en waar dat spanningsveld onder water zichtbaar zou worden. Wat zijn de behoeften en belangen van het onderwaterleven in windparken en hoe kunnen wij dat niet-menselijke leven dienen? Dat vraagt om een visie voorbij dat ‘blanco vel’, een visie die de Noordzee als volwaardig ecosysteem benadert en ruimte geeft aan meer-dan-menselijke stemmen – en waarvoor wij soms moeten inschikken.” Met Het Doggersland won Van den Berk in 2021 de Archiprix.

Vergroening en verwildering in de stad

De stad poreus maken

In haar huidige werk bij stedenbouwkundig bureau MUST trekt Ziega van den Berk de lijnen uit haar afstudeerproject en de windmolentender door: “Als ontwerper probeer ik de condities te scheppen waardoor natuurlijke processen floreren. De mens is deel van de natuur, maar moet zich soms ook terugtrekken. Bij het ontwerpen aan de openbare ruimte kijk ik bij iedere ontwerpkeuze; ‘Voor wie is die ingreep? Voor wie ontwerpen we? Is er ruimte om ook andere wezens een plek te geven?’”
Van den Berk noemt Maike van Stiphout en haar bureau DS Landschapsarchitecten als voorbeeld en voorloper: “Van Stiphout stelt dat in ons denken het op afstand houden van de natuur voorop staat. Het niet-menselijke leven wordt onvoldoende vertegenwoordigd, net als het leven van toekomstige mensen en niet-mensen. Dat andere leven vraagt om openbare ruimte die natuurinclusief is, waarin verwildering een plek heeft.”

Groene daken: Poortgebouw Tolhuistuin en gebouwen aan de Weesperstraat, Oostelijke Handelskade en Gebouw Vivaldi Zuidas

Ruimte vrijspelen

In de openbare ruimte ziet Van den Berk ondertussen vooral veel stenigheid: “Blijkbaar is het lastig om goede groene openbare ruimte te ontwerpen. Neem het Oosterdokseiland: alleen maar steen. Hebben we dat daar nou echt nodig? Kan het op die plek niet ook poreus, zacht, leefbaar?”
Van den Berk trekt de lijn door naar de ‘patatsnijders’ in de architectuur: “Ik zie heel veel woongebouwen met monotone rastergevels waarin vierkante meters maximaal worden uitgenut. Zonder hoekjes en nisjes op het snijvlak van gebouw en straat, de gevel beweegt niet mee, er is geen ruimte voor ontmoeting. Niets heeft detail, liefde, aandacht en dat is voelbaar in de openbare ruimte. Ik hou mijn hart vast.”

Hoe het ook kan? Van den Berk haalt de ontwerpgids over natuurinclusief ontwerpen aan die Maike van Stiphout schreef: “Zij laat daarin heel praktisch zien hoe je verwildering realiseert. Dat je met een bankje dat overduidelijk ‘ontworpen’ is psychologisch ruimte kan vrijspelen om de stad natuurinclusief te maken. Zo’n bankje geeft het gevoel dat er voor een plek gezorgd is, dat er aandacht aan gegeven werd. Dat neemt een deel van het idee van verrommeling weg dat nu nog wel eens aan verwildering kleeft.”

Volgens Van den Berk moeten steden juist streven naar die zogenaamde rommeligheid: “We moeten naar een stedelijke omgeving die poreuzer is, met gaten, sleten en kieren. Het helpt om de stad te zien als natuurgebied, als een aaneenschakeling van robuuste stadsbiotopen. Die leveren ook veel op voor de thema’s klimaatadaptatie en hittestress. Dat is win win win: geef het prioriteit!”

Voor meer informatie over de stedelijke ontwikkelingen in Amsterdam:
Volg het beleid: Omgevingsvisie - Gemeente Amsterdam

Ruimte voor de meer-dan-menselijke stemmen

Interview met Ziega van den Berk

Orlyplein, veel groen, hoogbouw op de achtergrond

Tekst: Hans Fuchs
Fotografie: Edwin van Eis,
Portretfotografie: Kick Smeets

“Vertraag nou eens”, dat is de oproep van landschapsarchitecte Ziega van den Berk aan ontwerpers: “Kijk kritisch naar de ecologische en maatschappelijke gevolgen van een plan en heroverweeg je rol als ontwerper.” Dat heeft ook gevolgen voor de openbare ruimte. Die is bij Van den Berk inclusief - voor álle gebruikers.

Portret Ziega van der Berk tussen bloemen

Medeplichtig ontwerp, het niet-menselijke leven en meer-dan-menselijke stemmen, mondiale ontwrichting, vertraging, verwildering; wie landschapsarchitect Ziega van den Berk aan het woord laat hoort andere termen en begrippen dan de meeste van haar collega’s hanteren. Die woorden vloeien voort uit een kritische grondhouding. Van den Berk roept er mee op om goed te bedenken wat de consequenties van een ontwerp kunnen zijn - en of die consequenties wel gewenst of aanvaardbaar zijn. Ze muntte er het begrip ‘medeplichtig ontwerp’ voor.

Dilemma’s

“Vertraag nou eens”, is wat landschapsarchitecte Ziega van den Berk van ontwerpende collega's vraagt: "We moeten ons veel meer vooraf bezig houden met de gevolgen van een plan. We zijn allemaal opgeleid als probleemoplosser. Maar begrijpen we  wel goed wat er aan de hand is?"
Wat dat vertragen vermag, liet Van den Berk zien bij een overheidstender voor een windmolenpark op de Noordzee. Als lid van een interdisciplinair collectief van de Ambassade van de Noordzee (AvdN) schreef ze op de tender in. Van den Berk: “We wilden een ontwerp maken vanuit de vraag: wat is een rechtvaardig windpark? De overheidstender was het kanaal om in contact te komen met alle partijen die bij die vraag betrokken zijn en het tenderproces tegen het licht te houden.”
Van den Berk c.s. haalden de dilemma’s van de energietransitie naar boven: de consequenties elders in de wereld èn de gevolgen op de ontwerplocatie. Van den Berk: “Ineens stond in het licht dat een plan dat landelijk onze energietransitie vooruit helpt internationaal leidt tot milieuschade en misstanden. De grondstoffen voor de windmolens komen uit vervuilende grondstoffendelving wereldwijd. Daarbij vinden kinderarbeid en mensenrechtenschendingen plaats. Zo gezien zorgt een duurzaam windpark op de Noordzee mondiaal voor ontwrichting.”

“Van hard naar zacht: Orlyplein, het meest geslaagde groene stationsplein dat ik ken, met veel prettige verblijfsplekken, met in ieder seizoen een aantrekkelijk beeld.”

Blanco vel

En ook op de ontwerplocatie speelden vraagstukken, vertelt Ziega van den Berk: “We zien de zee als blanco vel om in te kleuren. Bij dat inkleuren zien we de intrinsieke waarde van het gebied over het hoofd: dit is een levend ecosysteem waar wij afhankelijk van zijn.”
In de tender bleven beide aspecten – mondiale effecten en gevolgen op de planlocatie – onderbelicht. Van den Berk: “De overheid stelde geen eisen aan het delven van de grondstoffen en de mensenhandel. En in de tender ging het helemaal niet om meerwaarde geven aan het gebied, alleen maar om schadebeperkende maatregelen.” Zo werken inschrijvers indirect mee aan misstanden, stelt Van den Berk – landschapsarchitecten niet uitgezonderd.

Kompas

Maar wat kan een ontwerper nog, bij al die impact van een plan, over de grenzen heen en lokaal? Van den Berk is stellig: “Achterhaal de dilemma’s, benoem ze en zorg dat ze landen op de bureaus van alle betrokkenen. Begrijp de fundamentele kwesties die met je ontwerp verknoopt zijn. Zoek in gezamenlijkheid, met veel disciplines samen – de wetenschap, ontwerp, ingenieurskunst, ecologen – naar oplossingen en grijp in de oorzaak in, in plaats van symptomen aan te pakken. Dat is de waarde van vertragen; eigen je de tijd toe om de werkelijke impact van een ontwerp te onderzoeken. Zo kunnen wij met ons vakgebied een echte bijdrage leveren aan een florerende aarde en rechtvaardige toekomst.”

Verbinden met de natuur

Hoe je als ontwerper op een ontwerplocatie waarde toevoegt, daarin verdiepte Ziega Van den Berk zich al eerder, aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst. Met haar afstudeerproject Het Doggersland ontwierp Van den Berk een windpark op zee – maar dan wel vanuit het perspectief en de belangen van het onderwaterlandschap en het zeeleven. Dat resulteerde in een windpark dat functioneert als kraamkamer en habitat voor dat onderzeese leven. Van den Berk: “Tijdens een summerschool leerde natuurfilosoof Matthijs Schouten me goed te kijken naar de relatie tussen mens en natuur en hoe die relatie zich heeft ontwikkeld. We willen verbinden met de natuur, maar ons handelen is daar niet naar. In Het Doggersland was ik nieuwsgierig hoe en waar dat spanningsveld onder water zichtbaar zou worden. Wat zijn de behoeften en belangen van het onderwaterleven in windparken en hoe kunnen wij dat niet-menselijke leven dienen? Dat vraagt om een visie voorbij dat ‘blanco vel’, een visie die de Noordzee als volwaardig ecosysteem benadert en ruimte geeft aan meer-dan-menselijke stemmen – en waarvoor wij soms moeten inschikken.” Met Het Doggersland won Van den Berk in 2021 de Archiprix.

Vergroening en verwildering in de stad

De stad poreus maken

In haar huidige werk bij stedenbouwkundig bureau MUST trekt Ziega van den Berk de lijnen uit haar afstudeerproject en de windmolentender door: “Als ontwerper probeer ik de condities te scheppen waardoor natuurlijke processen floreren. De mens is deel van de natuur, maar moet zich soms ook terugtrekken. Bij het ontwerpen aan de openbare ruimte kijk ik bij iedere ontwerpkeuze; ‘Voor wie is die ingreep? Voor wie ontwerpen we? Is er ruimte om ook andere wezens een plek te geven?’”
Van den Berk noemt Maike van Stiphout en haar bureau DS Landschapsarchitecten als voorbeeld en voorloper: “Van Stiphout stelt dat in ons denken het op afstand houden van de natuur voorop staat. Het niet-menselijke leven wordt onvoldoende vertegenwoordigd, net als het leven van toekomstige mensen en niet-mensen. Dat andere leven vraagt om openbare ruimte die natuurinclusief is, waarin verwildering een plek heeft.”

Groene daken: Poortgebouw Tolhuistuin en gebouwen aan de Weesperstraat, Oostelijke Handelskade en Gebouw Vivaldi Zuidas

Ruimte vrijspelen

In de openbare ruimte ziet Van den Berk ondertussen vooral veel stenigheid: “Blijkbaar is het lastig om goede groene openbare ruimte te ontwerpen. Neem het Oosterdokseiland: alleen maar steen. Hebben we dat daar nou echt nodig? Kan het op die plek niet ook poreus, zacht, leefbaar?”
Van den Berk trekt de lijn door naar de ‘patatsnijders’ in de architectuur: “Ik zie heel veel woongebouwen met monotone rastergevels waarin vierkante meters maximaal worden uitgenut. Zonder hoekjes en nisjes op het snijvlak van gebouw en straat, de gevel beweegt niet mee, er is geen ruimte voor ontmoeting. Niets heeft detail, liefde, aandacht en dat is voelbaar in de openbare ruimte. Ik hou mijn hart vast.”

Hoe het ook kan? Van den Berk haalt de ontwerpgids over natuurinclusief ontwerpen aan die Maike van Stiphout schreef: “Zij laat daarin heel praktisch zien hoe je verwildering realiseert. Dat je met een bankje dat overduidelijk ‘ontworpen’ is psychologisch ruimte kan vrijspelen om de stad natuurinclusief te maken. Zo’n bankje geeft het gevoel dat er voor een plek gezorgd is, dat er aandacht aan gegeven werd. Dat neemt een deel van het idee van verrommeling weg dat nu nog wel eens aan verwildering kleeft.”

Volgens Van den Berk moeten steden juist streven naar die zogenaamde rommeligheid: “We moeten naar een stedelijke omgeving die poreuzer is, met gaten, sleten en kieren. Het helpt om de stad te zien als natuurgebied, als een aaneenschakeling van robuuste stadsbiotopen. Die leveren ook veel op voor de thema’s klimaatadaptatie en hittestress. Dat is win win win: geef het prioriteit!”

top

Voor meer informatie over de stedelijke ontwikkelingen in Amsterdam:
Volg het beleid: Omgevingsvisie - Gemeente Amsterdam