Steun voor medewerkers

Ook bij de gemeente Amsterdam werken gedupeerde ouders. Voor deze gedupeerde ouders heeft de gemeente een dubbele pet op. Zo is de gemeente verantwoordelijk voor brede ondersteuning van deze ouders. Tegelijkertijd draagt ze ook de verantwoordelijkheid voor goed werkgeverschap voor deze medewerkers.

Over wie hebben we het?

Binnen de gemeente Amsterdam zijn er veel ambtenaren die gedupeerd zijn of gedupeerde ouders als collega hebben. We onderscheiden verschillende groepen:

  • Collega’s die zelf gedupeerd ouder of kind zijn;

  • Collega’s met kinderen die gedupeerd zijn;

  • Collega’s die met gedupeerde collega te maken hebben;

  • Collega’s die teamleiders of manager zijn van gedupeerde collega’s;

  • Collega’s die in het werkveld gesprekken voeren met gedupeerde ouders of kinderen.  

Wat voor geluiden zijn er?

Om een beter beeld te krijgen van waar gedupeerde medewerkers tegenaan lopen, zijn verschillende gesprekken en bijeenkomsten georganiseerd. Ook is er een anonieme vragenlijst verspreid door de gehele organisatie. De signalen van gedupeerde medewerkers tijdens deze gesprekken en bijeenkomsten en de uitkomsten van de vragenlijst zijn verontrustend.

Uit de vragenlijst, ingevuld door 115 mensen die aangeven gedupeerd te zijn, blijkt dat de helft van hen niet weet dat zij recht hebben op brede ondersteuning. Slechts 16% van hen maakt gebruik van deze hulpverlening. De gedupeerden die wel kennis hebben van de brede ondersteuning, maar hier geen gebruik van maken geven als belangrijkste reden dat zij liever anoniem blijven (39,5%) of dat zij de werkgever niet vertrouwen (35,5%).

Uit de gesprekken en bijeenkomsten blijkt dat veel gedupeerde ouders het moeilijk vinden om zich uit te spreken over hun persoonlijke situatie. Dit geldt zowel voor ouders die nog in het proces van erkenning zijn als voor ouders die dat proces doorlopen hebben en erkend zijn. In onderstaand kader licht een medewerker van de gemeente, die gedupeerde is en anoniem wil blijven, waarom het moeilijk is om over de persoonlijke situatie te vertellen. Wat deze medewerker aangeeft hoeft niet voor de hele organisatie te gelden, maar benadrukt wel het belang om als gemeente verantwoordelijkheid te pakken en te dragen voor het herstel van de eigen medewerkers.

Gedupeerde ouders die werken voor de gemeente Amsterdam ervaren onbegrip en gebrek aan inlevingsvermogen over hun situatie bij collega’s. Dit uit zich onder andere in de manier waarop collega’s over hen spreken. Zo vertelt een medewerker over een gesprek met een collega die op de hoogte is van haar situatie. In dit gesprek zei de collega: "gedupeerde ouders, dat zijn wel bepaalde types hoor". Door deze opmerking gingen er alarmbellen af. Niet alleen omdat zij zelf gedupeerde ouder is, maar ook omdat deze collega direct contact heeft met andere gedupeerde ouders.

Sommige medewerkers voelen zich niet gesteund door hun leidinggevende. De genoemde medewerker heeft haar persoonlijke verhaal in vertrouwen verteld aan haar leidinggevende. Ze heeft gevraagd om de steungroep voor gedupeerde ouders bij te wonen. De vertrouwelijkheid werd niet gerespecteerd. Haar verhaal is gedeeld in het team. Bovendien werd de medewerker verteld dat zij verlofuren moest inzetten bij deelname aan de bijeenkomst. Haar minimale gevoel van veiligheid en vertrouwen is zij hierdoor verloren.

 

Dit verhaal laat het onbegrip en het gebrek aan inlevingsvermogen zien dat sommige gedupeerde medewerkers ervaren.

Andere signalen

  • Gedupeerden ervaren drempels, met name een gevoel van schaamte, om hulp te vragen.

  • Medewerkers die zijn aangesteld om ouders te helpen onderschatten veelal de zwaarte van de dossiers. Er zijn veel schrijnende en complexe situaties als uit huisplaatsingen, beslaglegging en hoge schulden.

  • Bieden van passende hulp is ingewikkeld. Gemeentelijke dienstverlening wordt niet altijd als wenselijk ervaren.

  • Persoonlijke wereld van gedupeerde ouders loopt over in het werkende leven.

Wat gaat de gemeente doen?

Het is duidelijk dat gedupeerde ouders die werkzaam zijn voor de gemeente Amsterdam zich in complexe en onprettige situaties bevinden. Zij hebben evenveel recht op brede ondersteuning als andere gedupeerde ouders. Niet alle medewerkers voelen zich echter op dit moment veilig genoeg om hulp te vragen. Juist omdat zij voor de gemeente werken.

Deze en andere signalen hebben geleid tot de oprichting van een steungroep. Hier kunnen medewerkers (anoniem) hun verhaal doen, in contact komen met lotgenoten en de gemeente als werkgever actief betrekken bij hun persoonlijk herstel. Doel van het steunpunt is om (gedupeerde) medewerkers te voorzien van juiste, volledige en overzichtelijke informatie.

Dit zijn eerste stappen die de gemeente zet in het ondersteunen van gedupeerde medewerkers in hun herstel. Het is een blijvende verantwoordelijkheid van de gemeente om na te gaan hoe gedupeerde collega’s nog betere ondersteuning krijgen in de toekomst.

Steun voor medewerkers

Ook bij de gemeente Amsterdam werken gedupeerde ouders. Voor deze gedupeerde ouders heeft de gemeente een dubbele pet op. Zo is de gemeente verantwoordelijk voor brede ondersteuning van deze ouders. Tegelijkertijd draagt ze ook de verantwoordelijkheid voor goed werkgeverschap voor deze medewerkers.

Andere signalen

  • Gedupeerden ervaren drempels, met name een gevoel van schaamte, om hulp te vragen.

  • Medewerkers die zijn aangesteld om ouders te helpen onderschatten veelal de zwaarte van de dossiers. Er zijn veel schrijnende en complexe situaties als uit huisplaatsingen, beslaglegging en hoge schulden.

  • Bieden van passende hulp is ingewikkeld. Gemeentelijke dienstverlening wordt niet altijd als wenselijk ervaren.

  • Persoonlijke wereld van gedupeerde ouders loopt over in het werkende leven.

Wat gaat de gemeente doen?

Het is duidelijk dat gedupeerde ouders die werkzaam zijn voor de gemeente Amsterdam zich in complexe en onprettige situaties bevinden. Zij hebben evenveel recht op brede ondersteuning als andere gedupeerde ouders. Niet alle medewerkers voelen zich echter op dit moment veilig genoeg om hulp te vragen. Juist omdat zij voor de gemeente werken.

Deze en andere signalen hebben geleid tot de oprichting van een steungroep. Hier kunnen medewerkers (anoniem) hun verhaal doen, in contact komen met lotgenoten en de gemeente als werkgever actief betrekken bij hun persoonlijk herstel. Doel van het steunpunt is om (gedupeerde) medewerkers te voorzien van juiste, volledige en overzichtelijke informatie.

Dit zijn eerste stappen die de gemeente zet in het ondersteunen van gedupeerde medewerkers in hun herstel. Het is een blijvende verantwoordelijkheid van de gemeente om na te gaan hoe gedupeerde collega’s nog betere ondersteuning krijgen in de toekomst.

Over wie hebben we het?

Binnen de gemeente Amsterdam zijn er veel ambtenaren die gedupeerd zijn of gedupeerde ouders als collega hebben. We onderscheiden verschillende groepen:

  • Collega’s die zelf gedupeerd ouder of kind zijn;

  • Collega’s met kinderen die gedupeerd zijn;

  • Collega’s die met gedupeerde collega te maken hebben;

  • Collega’s die teamleiders of manager zijn van gedupeerde collega’s;

  • Collega’s die in het werkveld gesprekken voeren met gedupeerde ouders of kinderen.  

Wat voor geluiden zijn er?

Om een beter beeld te krijgen van waar gedupeerde medewerkers tegenaan lopen, zijn verschillende gesprekken en bijeenkomsten georganiseerd. Ook is er een anonieme vragenlijst verspreid door de gehele organisatie. De signalen van gedupeerde medewerkers tijdens deze gesprekken en bijeenkomsten en de uitkomsten van de vragenlijst zijn verontrustend.

Uit de vragenlijst, ingevuld door 115 mensen die aangeven gedupeerd te zijn, blijkt dat de helft van hen niet weet dat zij recht hebben op brede ondersteuning. Slechts 16% van hen maakt gebruik van deze hulpverlening. De gedupeerden die wel kennis hebben van de brede ondersteuning, maar hier geen gebruik van maken geven als belangrijkste reden dat zij liever anoniem blijven (39,5%) of dat zij de werkgever niet vertrouwen (35,5%).

Uit de gesprekken en bijeenkomsten blijkt dat veel gedupeerde ouders het moeilijk vinden om zich uit te spreken over hun persoonlijke situatie. Dit geldt zowel voor ouders die nog in het proces van erkenning zijn als voor ouders die dat proces doorlopen hebben en erkend zijn. In onderstaand kader licht een medewerker van de gemeente, die gedupeerde is en anoniem wil blijven, waarom het moeilijk is om over de persoonlijke situatie te vertellen. Wat deze medewerker aangeeft hoeft niet voor de hele organisatie te gelden, maar benadrukt wel het belang om als gemeente verantwoordelijkheid te pakken en te dragen voor het herstel van de eigen medewerkers.

Gedupeerde ouders die werken voor de gemeente Amsterdam ervaren onbegrip en gebrek aan inlevingsvermogen over hun situatie bij collega’s. Dit uit zich onder andere in de manier waarop collega’s over hen spreken. Zo vertelt een medewerker over een gesprek met een collega die op de hoogte is van haar situatie. In dit gesprek zei de collega: "gedupeerde ouders, dat zijn wel bepaalde types hoor". Door deze opmerking gingen er alarmbellen af. Niet alleen omdat zij zelf gedupeerde ouder is, maar ook omdat deze collega direct contact heeft met andere gedupeerde ouders.

Sommige medewerkers voelen zich niet gesteund door hun leidinggevende. De genoemde medewerker heeft haar persoonlijke verhaal in vertrouwen verteld aan haar leidinggevende. Ze heeft gevraagd om de steungroep voor gedupeerde ouders bij te wonen. De vertrouwelijkheid werd niet gerespecteerd. Haar verhaal is gedeeld in het team. Bovendien werd de medewerker verteld dat zij verlofuren moest inzetten bij deelname aan de bijeenkomst. Haar minimale gevoel van veiligheid en vertrouwen is zij hierdoor verloren.

 

Dit verhaal laat het onbegrip en het gebrek aan inlevingsvermogen zien dat sommige gedupeerde medewerkers ervaren.