
Ondernemersvereniging
‘Werk samen met ondernemers in de transformatiegebieden om tot een goed plan te komen’
Kees Noorman, directeur ondernemersvereniging ORAM | Foto Kick Smeets

De ORAM is het grootste netwerk van bedrijven in de Metropoolregio Amsterdam. Na de voorgenomen fusie met de VEBAN, de ondernemersvereniging van Amsterdam-Noord, behartigt de ORAM de belangen van 800 leden. Dat doet ze door te streven naar een sterk ondernemers- en vestigingsklimaat. Directeur Kees Noorman benadrukt de noodzaak van goed overleg tussen gemeente en ondernemers bij de ontwikkeling van een bedrijventerrein.

“Betrek ondernemers in een vroeg stadium bij ontwikkelingsplannen”
‘Ruimte voor werk’ is een van de belangrijkste thema’s van de ORAM. “Dat is het geworden in 2017, toen het stadsbestuur de plannen voor de nieuwe woonwijk Haven-Stad presenteerde,” licht Kees toe. “Er werd een enorm plan uitgerold voor grootschalige woningbouw, dwars over bestaande bedrijventerreinen heen. Onze leden vroegen ons of het stadsbestuur wel genoeg had nagedacht over wat er met de zittende bedrijven moest gebeuren.”
Woningtekort
“We kunnen wel zeggen dat we tegen transformatie zijn, maar we zien ook wel de noodzaak van stadsuitbreiding,” vervolgt Kees. “Door het enorme woningtekort is de druk groot om zoveel mogelijk woningen te bouwen. Verantwoordelijke wethouders gingen daarom vooral op zoek naar bouwlocaties. Ze hadden minder oog voor de belangen van de ondernemers in die gebieden. Bovendien gaat de gemeente in haar planproces uit van bouwen op een lege vlakte, terwijl het om bestaande bedrijventerreinen gaat. Wij zeggen daarom: gemeente, kijk wat realistischer naar de gebieden. En vooral: werk meer samen met zittende ondernemers om tot een goed plan te komen.”
Combineren woon-werk
Volgens Kees is de uitdaging die we met elkaar hebben: hoe kun je wonen en werken het beste combineren? “De stad zou zich moeten afvragen: als je 40.000 woningen gaat bouwen, hoeveel vierkante meter bedrijfsruimte heb je daarbij nodig? Waarschijnlijk is de uitkomst dat je minder woningen kunt bouwen. Want zonder de kleine ondernemers en ambachtslieden, heb je een slecht functionerende woonwijk. En als er wel voldoende bedrijfsruimte voor ze is ingepland, kunnen ze de hogere, marktconforme huur niet opbrengen. Misschien dat je daar als stad iets aan kunt doen, want die functies zijn belangrijk.”
Kees Noorman, directeur ondernemersvereniging ORAM | Foto Kick Smeets
'Als je met meer liefde plannen ontwerpt, kun je tot mooiere oplossingen komen'
Goed overleg
“Sommige bedrijven wil je echt niet in de buurt hebben van woningen. Zoals bedrijven die veel geur- of geluidoverlast veroorzaken, zoals een chemisch bedrijf of afvalverwerkingsbedrijf. Dan is er nog een ingewikkelde categorie: die misschien wel te combineren is met wonen, maar dan wel in goed overleg. Soms moeten woningbouwplannen aangepast worden aan dit soort vraagstukken. In ieder geval moeten alle betrokkenen bereid zijn na te denken over een goede vorm. Als dat niet lukt, worden bedrijfjes te makkelijk als dader aangewezen omdat zij niet meewerken. Wanneer je al in een vroeg stadium de ondernemers betrekt bij je plannen, kun je veel van dit soort narigheid voorkomen.”
Werkwijken
Daarnaast is het volgens Kees belangrijk om anders over bedrijventerreinen te gaan praten. “Een bedrijventerrein wordt vaak als iets heel negatiefs afgeschilderd: een plek waar je liever niet wilt komen. Terwijl heel veel mensen dagelijks hun brood verdienen op die bedrijventerreinen. Als je die ‘werkwijken’ gaat noemen, ga je er al anders over nadenken: veel liefdevoller. Ze worden nu geframed als de afvalputjes van de stad, terwijl als je met meer liefde plannen ontwerpt, je tot mooiere oplossingen kunt komen.”
Samen sterker
Tot slot geeft Kees ondernemers het advies zich aan te sluiten bij een bedrijvenvereniging. “Samen sta je echt sterker. Een bedrijvenvereniging kan het bredere belang van ondernemers krachtiger op de agenda zetten dan één bedrijf dat alleen opereert. Bovendien is zo’n vereniging dé plek waar ondernemers elkaar ontmoeten, kennis delen en waar nieuwe samenwerkingen ontstaan. Daar wordt niet alleen de ondernemer beter van, maar het hele ontwikkelingsgebied."
Lid worden van de ondernemersvereniging?

Ondernemersvereniging
‘Werk samen met ondernemers in de transformatiegebieden om tot een goed plan te komen’
Kees Noorman, directeur ondernemersvereniging ORAM | Foto Kick Smeets

De ORAM is het grootste netwerk van bedrijven in de Metropoolregio Amsterdam. Na de voorgenomen fusie met de VEBAN, de ondernemersvereniging van Amsterdam-Noord, behartigt de ORAM de belangen van 800 leden. Dat doet ze door te streven naar een sterk ondernemers- en vestigingsklimaat. Directeur Kees Noorman benadrukt de noodzaak van goed overleg tussen gemeente en ondernemers bij de ontwikkeling van een bedrijventerrein.

“Betrek ondernemers in een vroeg stadium bij ontwikkelingsplannen”
‘Ruimte voor werk’ is een van de belangrijkste thema’s van de ORAM. “Dat is het geworden in 2017, toen het stadsbestuur de plannen voor de nieuwe woonwijk Haven-Stad presenteerde,” licht Kees toe. “Er werd een enorm plan uitgerold voor grootschalige woningbouw, dwars over bestaande bedrijventerreinen heen. Onze leden vroegen ons of het stadsbestuur wel genoeg had nagedacht over wat er met de zittende bedrijven moest gebeuren.”
Woningtekort
“We kunnen wel zeggen dat we tegen transformatie zijn, maar we zien ook wel de noodzaak van stadsuitbreiding,” vervolgt Kees. “Door het enorme woningtekort is de druk groot om zoveel mogelijk woningen te bouwen. Verantwoordelijke wethouders gingen daarom vooral op zoek naar bouwlocaties. Ze hadden minder oog voor de belangen van de ondernemers in die gebieden. Bovendien gaat de gemeente in haar planproces uit van bouwen op een lege vlakte, terwijl het om bestaande bedrijventerreinen gaat. Wij zeggen daarom: gemeente, kijk wat realistischer naar de gebieden. En vooral: werk meer samen met zittende ondernemers om tot een goed plan te komen.”
Combineren woon-werk
Volgens Kees is de uitdaging die we met elkaar hebben: hoe kun je wonen en werken het beste combineren? “De stad zou zich moeten afvragen: als je 40.000 woningen gaat bouwen, hoeveel vierkante meter bedrijfsruimte heb je daarbij nodig? Waarschijnlijk is de uitkomst dat je minder woningen kunt bouwen. Want zonder de kleine ondernemers en ambachtslieden, heb je een slecht functionerende woonwijk. En als er wel voldoende bedrijfsruimte voor ze is ingepland, kunnen ze de hogere, marktconforme huur niet opbrengen. Misschien dat je daar als stad iets aan kunt doen, want die functies zijn belangrijk.”
Kees Noorman, directeur ondernemersvereniging ORAM | Foto Kick Smeets
'Als je met meer liefde plannen ontwerpt, kun je tot mooiere oplossingen komen'
Goed overleg
“Sommige bedrijven wil je echt niet in de buurt hebben van woningen. Zoals bedrijven die veel geur- of geluidoverlast veroorzaken, zoals een chemisch bedrijf of afvalverwerkingsbedrijf. Dan is er nog een ingewikkelde categorie: die misschien wel te combineren is met wonen, maar dan wel in goed overleg. Soms moeten woningbouwplannen aangepast worden aan dit soort vraagstukken. In ieder geval moeten alle betrokkenen bereid zijn na te denken over een goede vorm. Als dat niet lukt, worden bedrijfjes te makkelijk als dader aangewezen omdat zij niet meewerken. Wanneer je al in een vroeg stadium de ondernemers betrekt bij je plannen, kun je veel van dit soort narigheid voorkomen.”
Werkwijken
Daarnaast is het volgens Kees belangrijk om anders over bedrijventerreinen te gaan praten. “Een bedrijventerrein wordt vaak als iets heel negatiefs afgeschilderd: een plek waar je liever niet wilt komen. Terwijl heel veel mensen dagelijks hun brood verdienen op die bedrijventerreinen. Als je die ‘werkwijken’ gaat noemen, ga je er al anders over nadenken: veel liefdevoller. Ze worden nu geframed als de afvalputjes van de stad, terwijl als je met meer liefde plannen ontwerpt, je tot mooiere oplossingen kunt komen.”
Samen sterker
Tot slot geeft Kees ondernemers het advies zich aan te sluiten bij een bedrijvenvereniging. “Samen sta je echt sterker. Een bedrijvenvereniging kan het bredere belang van ondernemers krachtiger op de agenda zetten dan één bedrijf dat alleen opereert. Bovendien is zo’n vereniging dé plek waar ondernemers elkaar ontmoeten, kennis delen en waar nieuwe samenwerkingen ontstaan. Daar wordt niet alleen de ondernemer beter van, maar het hele ontwikkelingsgebied."