De gemeente Amsterdam besloot in 1905 door de toenemende vraag naar gas tot de bouw van een derde gasfabriek in de stad. Na de Wester- en Oostergasfabriek werd Fabriek Zuid aangelegd in de Groot-Duivendrechtse polder. Het terrein was goed bereikbaar voor de aanvoer en afvoer via water en spoor.

Op het terrein stond o.a. een gashouder, een water- en klokkentoren, een stokerij, een kolenopslag, een ketelhuis en productiegebouwen. Een soort industrieel dorpje met dienstwoningen en een administratiegebouw!

Nadat in 1959 de gasbel van Slochteren werd ontdekt, sloten de Amsterdamse gasfabrieken één voor één. De afnemers van steenkoolgas stapten namelijk over op aardgas. Amsterdam was als eerste Europese hoofdstad aangesloten op aardgas. De Zuidergasfabriek bleef tot 1967 operationeel.

Nu is op het terrein van de Zuidergasfabriek de woonwijk Amstelkwartier in aanbouw. De monumentale watertoren, de ingenieurswoning en nog een aantal gebouwen uit die tijd zijn een herinnering aan de energievoorziening uit de vorige eeuw. En zijn nu rijksmonumenten.