Met meer dan 60 eigenaren tekenen aan de toekomst
Amsterdam wordt een meerkernige stad. Het na-oorlogse winkelcentrum Boven `t Y in Amsterdam-Noord is straks onderdeel van één van die nieuwe kernen. Punt van aandacht bij die transformatie: in Boven ’t Y is het eigenaarschap extreem versnipperd. Zelfs de openbare ruimte is in erfpacht uitgegeven. Dat vroeg bij het transformatieplan om een bijzondere aanvliegroute. Stedenbouwkundige Martijntje Stam: “We werken hier niet met een top down plan vanuit de gemeente, maar op basis van ateliers met de tien grote eigenaren met initiatieven en hun architecten.”
Tekst: Hans Fuchs
Fotografie: Kick Smeets
De maquette van de toekomstige kern maakt in één oogopslag duidelijk wat de twee komende decennia in dit gebied in Noord te gebeuren staat. De relatief platte schijf die het winkelcentrum nu nog is, moet over twintig jaar een stevig verdicht stadsgebied zijn. Met een silhouet uit woontorens tot zeventig meter hoog op plinten met winkels, aangevuld met culturele en maatschappelijke functies, hoogwaardige openbare ruimte en goede verbindingen met de omliggende wijken.
Wie Boven ’t Y nu bezoekt, ziet: die toekomst als kern is nog ver weg. Het winkelcentrum stamt uit de jaren zeventig, opgezet als regionaal winkelcentrum met een mix van flinke retailvolumes van twee verdiepingen hoog en kleinere winkels aan passages. Op de koppen van het plangebied, aan Centrumplein en Olaf Palme plein, domineert het parkeren. Hoe buig je dat om tot een nieuwe kern voor Noord?
“Ook bij de openbare ruimte geldt: iedereen zit anders in de wedstrijd.”
Werken met wat er al is
Om te beginnen door te werken met wat er al is. Het fundament voor de transformatieplannen van Boven ’t Y is de huidige lay out van het winkelcentrum, vertelt Martijntje Stam: “Het complex an sich zit goed in elkaar. We handhaven de bestaande routing met zijn pleintjes en de blokkenstructuur van de grote winkels. Wat van oudsher al een groot blok is, leent zich in de transformatieplannen voor grote ingrepen.”
Het transformatieplan dat het winkelcentrum naar zijn nieuwe rol als kern tilt is sinds twee jaar in de maak. Dat plan stoelt op drie gemeentelijke uitgangspunten: verrijken, vergroenen en verbinden. Stam: “Met dit plan willen we de dichtheid en de functiemenging realiseren die past bij een nieuwe kern, aangevuld met goede openbare ruimte en groen. En Boven ’t Y ligt nu als een satelliet tussen twee heel groene woonwijken, het Plan van Gool en De Kleine Wereld. Als kern moet het gebied ook van betekenis worden voor deze wijken. Dat pakken we onder andere aan met een goede fietsverbinding en het toevoegen van maatschappelijk programma dat ook sociaal verbinding tot stand brengt.”
“De kleine schaal en de grote verdeeldheid maken dat de puzzel die we hier leggen anders is dan in andere Amsterdamse transformatie-projecten.”
Ateliers met eigenaren
Bijzonder is de wijze waarop het huidige transformatieplan tot stand komt. Stam: “Het raamwerk voor de transformatieplannen ontstond op basis van ateliers met de tien grote eigenaren en hun architecten. Dat heeft alles te maken met het eigenaarschap. In het winkelcentrum is alles in erfpacht, ook de openbare ruimte. Er zijn meer dan zestig eigenaren. De ene bezit één pand, de ander een half blok. Die kleine schaal en grote verdeeldheid maken dat de puzzel die we hier leggen anders is dan in andere Amsterdamse transformatieprojecten.”
Gezamenlijkheid en afhankelijkheid
Al die eigenaren, dat creëert afhankelijkheid – van gemeente en eigenaren, en tussen eigenaren onderling. Dat is soms best lastig, vertelt Martijntje Stam: “Om ontwikkeling te stimuleren gaven we hier de regie een beetje uit handen. We stelden gezamenlijk met de initiatiefnemers en de VVE ruimtelijke vuistregels voor het gebied op – over de onderlinge afstand tussen hoogbouw, de doorsnedes ervan, de kwaliteit van de plint, de grootte van de woningplattegrond et cetera. Dat is het raamwerk. Vervolgens leggen we per initiatief een ruimtelijk kader vast op basis waarvan we afspraken maken met partijen.”
En: alles wat eigenaren op hun eigen plot doen, heeft impact op de panden ernaast. In de ateliers keken de partijen daarom ook over hun eigen plot heen, vertelt Stam: “Heel belangrijk was het gedeelde totaalbeeld: hoe krijgen we hier een hoogwaardig, levendig stuk stad, waar je prettig woont, werkt en winkelt? Architect Daan Roggeveen trad daarbij op als partij tussen gemeente en eigenaren en trok dit ongewone proces vlot.”
Parkeren en openbare ruimte
Ook een discussiepunt: het parkeren. Martijntje Stam: “Boven ’t Y is gebouwd voordat de metrolijn naar het winkelcentrum werd aangelegd. De auto en het parkeren zijn nu nog dominant. Wij willen het parkeren ondergronds hebben, weg uit het straatbeeld. De winkeliers willen behoud van parkeerplekken, om hun klanten te faciliteren.”
Momenteel werkt Stam aan de plannen voor de openbare ruimte. Ook hier geeft het eigenaarschap richting aan het ontwerpproces: “De nieuwe functie als kern vraagt om hoogwaardige openbare ruimte - die nu niet in gemeentelijke hand is. Wij maken een visie op basis van een aantal scenario`s: moeten wij de openbare ruimte terugnemen, blijft het beheer en eigendom bij de VVE? Voor winkeliers is het grootste belang dat hun klanten prettig kunnen winkelen, voor de gemeente is de verbinding met aangrenzende gebieden en het vergroenen een belangrijk thema. Ook hier geldt: iedereen zit anders in de wedstrijd.”
Met meer dan 60 eigenaren tekenen aan de toekomst
Winkelcentrum Boven ’t Y wordt gemengde stadskern
Inhoud
English
Tekst: Hans Fuchs
Fotografie: Kick Smeets
Amsterdam wordt een meerkernige stad. Het na-oorlogse winkelcentrum Boven `t Y in Amsterdam-Noord is straks onderdeel van één van die nieuwe kernen. Punt van aandacht bij die transformatie: in Boven ’t Y is het eigenaarschap extreem versnipperd. Zelfs de openbare ruimte is in erfpacht uitgegeven. Dat vroeg bij het transformatieplan om een bijzondere aanvliegroute. Stedenbouwkundige Martijntje Stam: “We werken hier niet met een top down plan vanuit de gemeente, maar op basis van ateliers met de tien grote eigenaren met initiatieven en hun architecten.”
De maquette van de toekomstige kern maakt in één oogopslag duidelijk wat de twee komende decennia in dit gebied in Noord te gebeuren staat. De relatief platte schijf die het winkelcentrum nu nog is, moet over twintig jaar een stevig verdicht stadsgebied zijn. Met een silhouet uit woontorens tot zeventig meter hoog op plinten met winkels, aangevuld met culturele en maatschappelijke functies, hoogwaardige openbare ruimte en goede verbindingen met de omliggende wijken.
Wie Boven ’t Y nu bezoekt, ziet: die toekomst als kern is nog ver weg. Het winkelcentrum stamt uit de jaren zeventig, opgezet als regionaal winkelcentrum met een mix van flinke retailvolumes van twee verdiepingen hoog en kleinere winkels aan passages. Op de koppen van het plangebied, aan Centrumplein en Olaf Palme plein, domineert het parkeren. Hoe buig je dat om tot een nieuwe kern voor Noord?
Gezamenlijkheid
en afhankelijkheid
Al die eigenaren, dat creëert afhankelijkheid – van gemeente en eigenaren, en tussen eigenaren onderling. Dat is soms best lastig, vertelt Martijntje Stam: “Om ontwikkeling te stimuleren gaven we hier de regie een beetje uit handen. We stelden gezamenlijk met de initiatiefnemers en de VVE ruimtelijke vuistregels voor het gebied op – over de onderlinge afstand tussen hoogbouw, de doorsnedes ervan, de kwaliteit van de plint, de grootte van de woningplattegrond et cetera. Dat is het raamwerk. Vervolgens leggen we per initiatief een ruimtelijk kader vast op basis waarvan we afspraken maken met partijen.”
En: alles wat eigenaren op hun eigen plot doen, heeft impact op de panden ernaast. In de ateliers keken de partijen daarom ook over hun eigen plot heen, vertelt Stam: “Heel belangrijk was het gedeelde totaalbeeld: hoe krijgen we hier een hoogwaardig, levendig stuk stad, waar je prettig woont, werkt en winkelt? Architect Daan Roggeveen trad daarbij op als partij tussen gemeente en eigenaren en trok dit ongewone proces vlot.”
Ateliers met eigenaren
Bijzonder is de wijze waarop het huidige transformatieplan tot stand komt. Stam: “Het raamwerk voor de transformatieplannen ontstond op basis van ateliers met de tien grote eigenaren en hun architecten. Dat heeft alles te maken met het eigenaarschap. In het winkelcentrum is alles in erfpacht, ook de openbare ruimte. Er zijn meer dan zestig eigenaren. De ene bezit één pand, de ander een half blok. Die kleine schaal en grote verdeeldheid maken dat de puzzel die we hier leggen anders is dan in andere Amsterdamse transformatieprojecten.”
Om te beginnen door te werken met wat er al is. Het fundament voor de transformatieplannen van Boven ’t Y is de huidige lay out van het winkelcentrum, vertelt Martijntje Stam: “Het complex an sich zit goed in elkaar. We handhaven de bestaande routing met zijn pleintjes en de blokkenstructuur van de grote winkels. Wat van oudsher al een groot blok is, leent zich in de transformatieplannen voor grote ingrepen.”
Het transformatieplan dat het winkelcentrum naar zijn nieuwe rol als kern tilt is sinds twee jaar in de maak. Dat plan stoelt op drie gemeentelijke uitgangspunten: verrijken, vergroenen en verbinden. Stam: “Met dit plan willen we de dichtheid en de functiemenging realiseren die past bij een nieuwe kern, aangevuld met goede openbare ruimte en groen. En Boven ’t Y ligt nu als een satelliet tussen twee heel groene woonwijken, het Plan van Gool en De Kleine Wereld. Als kern moet het gebied ook van betekenis worden voor deze wijken. Dat pakken we onder andere aan met een goede fietsverbinding en het toevoegen van maatschappelijk programma dat ook sociaal verbinding tot stand brengt.”
Parkeren en
openbare ruimte
Ook een discussiepunt: het parkeren. Martijntje Stam: “Boven ’t Y is gebouwd voordat de metrolijn naar het winkelcentrum werd aangelegd. De auto en het parkeren zijn nu nog dominant. Wij willen het parkeren ondergronds hebben, weg uit het straatbeeld. De winkeliers willen behoud van parkeerplekken, om hun klanten te faciliteren.”
Momenteel werkt Stam aan de plannen voor de openbare ruimte. Ook hier geeft het eigenaarschap richting aan het ontwerpproces: “De nieuwe functie als kern vraagt om hoogwaardige openbare ruimte - die nu niet in gemeentelijke hand is. Wij maken een visie op basis van een aantal scenario`s: moeten wij de openbare ruimte terugnemen, blijft het beheer en eigendom bij de VVE? Voor winkeliers is het grootste belang dat hun klanten prettig kunnen winkelen, voor de gemeente is de verbinding met aangrenzende gebieden en het vergroenen een belangrijk thema. Ook hier geldt: iedereen zit anders in de wedstrijd.”